Nieuws

Uit de Eerste Kamer

By 09/07/2023 No Comments

Op de dag van de val van het vierde kabinet Rutte (7-7-23) hield ik een inleiding voor de ‘Oude Socialisten’ in Leiden over de Eerste Kamer. Als vers oud-lid van de senaat was ik gevraagd te reflecteren op rol en functie van die Kamer in het Nederlandse parlementaire stelsel. Werd die niet te veel een duplicaat van de Tweede Kamer? Speelde zij niet al te zeer een politieke rol?

Ik zei het nut van een senaat zeker te zien, maar tijdens mijn jarenlange ervaring in de senaat daar tevens bij sommige fracties en individuele senatoren de minder fraaie ontwikkeling te hebben waargenomen dat beeldvorming rond de eigen partij hun inbreng steeds meer ging bepalen. Gemakkelijk publicitair bij kiezers proberen te scoren (vooral in de sociale media), dat voor een belangrijk deel weer verklaard kan worden door angst voor diezelfde kiezers. Gelukkig bleven er voldoende senatoren over die de inhoud voorop bleven stellen. Dat was voor mij ook de reden waarom ik het werk in de Eerste Kamer altijd graag heb gedaan. Op basis van de inhoud en gevoed door sociaal-democratische waarden een bijdrage leveren aan de publieke zaak.

Prachtige debatten over Europa, het referendum, de grondwet, de rechtsstaat en de verhouding tussen nationale en decentrale overheden. Reflecties op de mensonterende situatie in vluchtelingenkampen en op de vreselijke inval van Rusland in Oekraine. Met andere fracties een nieuwe versie van de Wet digitale overheid afdwingen, omdat de privacy in de eerste versie onvoldoende was geborgd. Als woordvoerder een klachtenmechanisme binnenhalen voor vakbonden en ngo’s bij de arbeid- en klimaathoofdstukken van alle Europese handelsverdragen, dat er aan bijdroeg dat wij als unanieme PvdA-fractie, anders dan de Tweede Kamerfractie, vóór het verdrag met Canada (CETA) konden stemmen [lees hierover de uitvoerige verantwoording in Socialisme & Democratie]. Deze en andere resultaten maakten het werk in de Eerste Kamer zeer de moeite waard.

Op 6 juni jl. nam de oude Eerste Kamer afscheid. Graag had ik nog een periode door willen gaan met het belangrijke wetgevende werk in de senaat. Dat zou ook een mooie afsluiting zijn geweest van een jarenlange inzet voor de partij op nationaal niveau, die was aangevangen toen ik in 2001 begon aan de eerste van drie periodes als partijvoorzitter. De kandidaatsstellingscommissie onder leiding van Job Cohen was het daar mee eens en had geadviseerd mij op de tweede plaats te zetten, direct na de lijsttrekker.

Maar de partijleiding besloot eind november 2022 in een bizarre vergadering mij op een onverkiesbare plaats te zetten. Zeer ongebruikelijk: nog nooit is een beoogde nummer 2 van een PvdA-kandidaatstellingscommissie door ingrijpen van de partijleiding op een onverkiesbare plaats gezet. ‘Niet professioneel en niet netjes’, was mijn oordeel. En dat van vele anderen. Naar buiten toe gebruikte de partijleiding loze gelegenheidsargumenten, terwijl nadere informatie die ik vervolgens ontving van verschillende direct betrokkenen bij die vergadering mijn oordeel bevestigden en soms nog aanscherpten. Je zou er een thriller over kunnen schrijven. Met ‘politieke afrekening’ vanwege mijn opstelling als CETA-woordvoerder (waarvan genoemde betrokkenen overtuigd zijn), ‘vriendjespolitiek’ van anderen en ‘wegkijken’ door weer anderen als ingrediënten van een plot. Dat zal ik niet doen. Voor mij was belangrijk dat Job Cohen sprak op het congres (4-2-23) en daar – zeer ongebruikelijk – zei de kandidatenlijst niet meer te willen verdedigen. Dat heb ik zeer gewaardeerd.

Het laatste half jaar in de Eerste Kamer vond ik niettemin moeilijk. Niet alleen door de voortdurende confrontatie met een ongewenst vertrek, maar vooral door het schofferen van de commissie-Cohen, dat de nonchalante houding van de partijleiding tegenover de eigen ‘constitutionele orde’ van de partij pijnlijk llustreert.

Maar op 6 juni jl. was het zo ver. Ik verliet de Eerste Kamer en daarmee ook de (voorlopig) laatste zelfstandige PvdA-fractie aldaar. In mijn verhaal een maand later voor de ‘Oude Socialisten’ deelde ik mijn opvattingen over rol en functie van de Eerste Kamer. Maar de actualiteit zat ons op op de hielen. Het kabinet stond op vallen, wat die avond ook gebeurde. Natuurlijk spraken we ook daarover en over de toekomst van de sociaal-democratie. Het lidmaatschap van de Eerste Kamer heb ik achter me gelaten, maar aan de toekomst van de sociaal-democratie hoop ik ook de komende tijd mijn bijdrage te kunnen blijven leveren.

Leave a Reply